Markeringen snel bewerken met de Eigenschappenwerkbalk | Revu 21

Gebruikt u een oudere versie van Revu?

Dit artikel is van toepassing op:

  • Basics
  • Core
  • Complete

De Eigenschappenwerkbalk

Met de Eigenschappenwerkbalk kunt u uw markeringen eenvoudig bewerken en aanpassen. De werkbalk is dynamisch en toont een aangepaste set eigenschappen op basis van het geselecteerde type markering. De Eigenschappenwerkbalk maakt uw workflows eenvoudiger doordat u uw meestgebruikte markeringseigenschappen bij de hand houdt.

dynamische eigenschappenwerkbalk revu 20

Algemene functies

  • Wanneer u een bepaalde markering selecteert, toont de Eigenschappenwerkbalk een selectie van de nuttigste eigenschappen voor die markering.
  • Als er in een actieve pdf geen markeringen zijn geselecteerd, geeft de Eigenschappenwerkbalk basisinformatie weer over het document, waaronder de naam en het aantal pagina’s. Met het pictogram Documenteigenschappen weergeven kunt u ook nieuwe pagina’s aan uw document toevoegen of eigenschappen toewijzen zoals Titel, Auteur en Onderwerp.

  • De Eigenschappenwerkbalk blijft leeg als er geen actieve tabbladen zijn.

De Eigenschappenwerkbalk optimaal benutten

De volgende voorbeelden demonstreren een paar manieren waarop u de Eigenschappenwerkbalk optimaal kunt benutten.

Meerdere markeringen

Als u meerdere markeringen selecteert, vouwt de Eigenschappenwerkbalk uit om eigenschappen te laten zien voor elk type geselecteerde markering. Als u een eigenschap wijzigt die de geselecteerde types markeringen met elkaar gemeen hebben, dan wordt die eigenschap voor elk type markering gewijzigd. Dat is handig als meerdere markeringen tot dezelfde categorie of eigenaar behoren en die voor alle markeringen moeten worden gewijzigd.

In het volgende voorbeeld laten we zien hoe u de markeringen Wolk (C) en Toelichting (Q) tegelijkertijd kunt bewerken bewerken via de Eigenschappenwerkbalk. De eigenschappen Opvullen, Opaciteit en Onderwerp van deze markeringen worden veranderd om duidelijk te maken dat het om problemen met de elektra gaat.

  1. Houd Shift ingedrukt en selecteer de gewenste markeringen. U kunt ook meerdere markeringen selecteren vanuit de Lijst met markeringen door Shift ingedrukt te houden en de gewenste rijen te selecteren. Nadat de markeringen zijn geselecteerd, vouwt de Eigenschappenwerkbalk uit met eigenschappen voor die markeringen.
  2. Selecteer Opvullen in de Eigenschappenwerkbalk en kies de gewenste kleur.
  3. Selecteer de pijlen in Opaciteit opvullen om de opaciteit van uw markeringen te verhogen of verlagen. Een opaciteit van 30% tot 40% biedt een goede balans tussen de zichtbaarheid en leesbaarheid van toelichtingen.
  4. Selecteer Annotaties aan de linkerkant van de Eigenschappenwerkbalk om het vervolgkeuzemenu te openen.
  5. Voer onder Onderwerp Elektra in.

Meettotalen

U vindt de Meettotalen in de Eigenschappenwerkbalk. Uw totalen worden automatisch weergegeven zodra u een markering van het type Oppervlakte selecteert. Vanuit de Eigenschappenwerkbalk kunt u eenvoudig eigenschappen aanpassen, zoals de meeteenheid en meetwaarden. U kunt de Meettotalen zelfs losmaken van de Eigenschappenwerkbalk om een nieuw paneel te maken voor extra zichtbaarheid.

U heeft bijvoorbeeld metingen toegevoegd aan uw tekening met behulp van Dynamische vulling en u wilt de totale oppervlakte van vier kantoorruimtes weten voor het leggen van een vloer. In dit voorbeeld wilt u ook de meeteenheid wijzigen.

  1. Houd Shift ingedrukt en selecteer de gewenste markeringen. U kunt ook meerdere markeringen selecteren in de Lijst met markeringen door Shift ingedrukt te houden en de gewenste rijen te selecteren. Nadat de markeringen zijn geselecteerd, vouwt de Eigenschappenwerkbalk uit met eigenschappen voor die markeringen.
  2. De Totalen van uw geselecteerde markeringen worden automatisch weergegeven. Selecteer Totalen om de eigenschap uit te vouwen en alle meetwaarden te zien. Als u Losmaken selecteert, wordt er een paneel aangemaakt dat u naar de gewenste locatie op het scherm kunt verslepen.
  3. Selecteer onder de Eigenschappenwerkbalk eerst Eenheden en vervolgens Oppervlakte om meeteenheden weer te geven.

  4. Selecteer uw gewenste meeteenheden. Onder Meettotalen wordt de Oppervlakte nu weergegeven in de geselecteerde meeteenheden.
    Als u de meeteenheden wijzigt vanuit de Eigenschappenwerkbalk, worden alleen de eenheden voor de geselecteerde markeringen gewijzigd. Alle andere oppervlaktemarkeringen blijven ongewijzigd. U kunt de eenheden altijd weer veranderen door uw markeringen opnieuw te selecteren en de gewenste meeteenheden te selecteren.

Met de dynamische Eigenschappenwerkbalk hoeft u niet langer naar uw markeringseigenschappen te zoeken. Alles wat u nodig heeft om te beginnen met het bewerken van uw markeringen, is meteen zichtbaar. Lees meer over Markeringen en hun eigenschappen om de Eigenschappenwerkbalk optimaal te blijven benutten.

 
 

How-to

Interface & Navigatie

Met de dynamische Eigenschappenwerkbalk hoeft u niet langer naar uw markeringseigenschappen te zoeken. Alles dat u nodig hebt om uw markeringen te bewerken, is meteen zichtbaar. Lees meer over Markeringen en hun eigenschappen om de Eigenschappenwerkbalk optimaal te blijven benutten.

Related Articles